Vreemde vogels

Het verkeer op de drukke Avenida Mediterráneo dendert voorbij het terras waar ik net ben gaan zitten voor een koel biertje. De brede stroken grijs asfalt zijn voor auto’s, motoren, bussen en bromfietsen. Maar op de rode stroken in het midden van de weg gaan de (elektrische) fietsen, de fatbikes, de opgevoerde scootmobielen en vooral heel veel elektrische stepjes zo mogelijk nog harder. Het enige, dat af en toe de vaart er uit haalt, zijn de stoplichten, die de overstekende voetgangers moeten beschermen. Met wisselend succes, want oranje betekent hier ‘een tikkie harder’ en rood: vol gas.


Nu remt iedereen plotseling uit alle macht. Wat is er aan de hand? Ik kijk naar rechts. Wat is dat nou? Een stukje verderop zwalkt een enorme felgekleurde vogel dwars door het verkeer. Langzaam maar zeker komt het ding dichterbij.


Het blijkt een papagaaiduiker te zijn, die ik beter ken als Puffin. Puffins zijn een bekende vogel in IJsland. Helaas miste ik, toen ik daar jaren geleden was, hun uitvliegen. Dat schijnt elk jaar een spectaculair gezicht te zijn: tienduizenden Puffins die in één keer hun nesten in de steile kliffen verlaten. Die Puffins zijn ook kleurrijk, maar niet zo kleurrijk als dit opgeblazen exemplaar. Hoe komt dat beest nou midden op de drukste weg van Benidorm terecht? 


Hoewel de chauffeurs nu massaal beginnen te toeteren, lijkt hij niet onder de indruk en vervolgt hij kriskras zijn tocht over de avenue. Ik zie één leeg handvat op zijn rug, maar aan het andere klemt een man zich heldhaftig vast. Op de stoep staat een andere man, die hem door het geweld van de claxons heen iets toeroept. Omdat het verkeer nu stil staat, gaat ook hij tussen de voertuigen door in de richting van de vogel. Hij grijpt de vrije arm van de vogel-man en sleurt het illustere duo naar het trottoir. Daar zijn nu ook alle voorbijgangers blijven staan, in de ban van dit kleurrijke, maar zelfs voor Benidorm, niet alledaagse verschijnsel. 


Met de vogel en beide mannen veilig op de stoep komt het verkeer nu op gang en binnen korte tijd raast het weer voorbij. Gelukkig: deze show is zonder slachtoffers geëindigd. Voorstelling afgelopen.
Maar niets is minder waar: hoewel de langere man stevig op zijn vriend inpraat en hem probeert op de stoep te houden, weet hij zich los te wurmen en stormt hij voor de tweede keer met vogel en al de straat op: ‘Taxi, Taxi’, roept hij.


In een noodgang rent de langere man weer achter hem aan en sleurt hem naar het veilige trottoir. Daar zijn inmiddels twee taxi’s gestopt; de eerste doet zijn zijraampje open, kijkt, wijst, vraagt iets, schudt ‘nee’ en rijdt weg. De tweede, die zijn collega heeft gadegeslagen, doet niet eens moeite om zijn raampje open te doen en gaat er ook als een haas vandoor. Op een holletje gevolgd door man en puffin, die het er niet mee eens zijn, dat ze niet worden meegenomen. Dat levert weer de nodige piepende banden op, maar niemand stopt, ze proberen nu om het duo heen te rijden zonder al te veel snelheid in te leveren.


Gelukkig bieden de stoplichten verderop even een adempauze, zodat de langere man veilig achter zijn vriend aan kan rennen om hem in veilige haven te loodsen. Hij houdt hem stevig met twee handen vast, terwijl hij op hem in praat. Ik kan ze niet verstaan, daarvoor zijn ze nog net te ver weg, maar de lichaamstaal spreekt boekdelen: ‘Blijf jij nou hier met die vogel, dan ga ik kijken of ik een taxi kan vinden’. De vogel-man lijkt overtuigd, maar zodra zijn vriend een paar passen naar voren doet om naar een taxi te wenken, zwalkt hij achter hem aan.


Iedereen op het terras zit nu te kijken naar dit gratis vertier: hoe gaat dit aflopen? Het is duidelijk dat de vogel-man een beetje te diep in het glaasje heeft gekeken. Tja, dan doen mensen dingen, die ze normaal nooit zouden durven. Zoals met een reuze Puffin een drukke straat over rennen om een taxi te zoeken…


De lange man zwaait naar elke taxi die hij maar ziet. Ook naar die met een rood of oranje cijfer op hun dak. Dat verwijst naar het aantal passagiers aan boord; ze zijn al bezet. Die rijden hem dus voorbij. Hij moet uitkijken naar één met een groen lampje. In de hoop dat zijn vogel-vriend hem volgt komt hij langzaam mijn kant op, het verkeer tegemoet. Ik draai me om. Alle terrasbezoekers kijken nu ingespannen met hem mee, op zoek naar een taxi met een groen lampje. Niemand let meer op de vogel-man.


Die neemt zijn kans waar en sprint met vogel en al weer de avenue op, waar hij zowaar een taxi tot stoppen weet te brengen. De chauffeur wijst dat hij langs de kant van de weg komt, veel veiliger. Heel voorzichtig, om man en vogel te sparen rijdt hij naar mijn kant. Daar zitten inmiddels zo’n zeventig mensen in spanning te kijken of het drietal mee mag. De langere man zegt iets tegen de taxichauffeur. Die knikt en opent zijn achterdeur.


Dat is het moment waarop de vogel-man heeft gewacht: hij opent de deur zover hij kan en probeert uit alle macht zijn Puffin naar binnen te duwen. Tevergeefs; de vogel past niet. Hoe hard hij ook duwt en propt, de vogel is met geen mogelijkheid naar binnen te krijgen. Iedereen wacht op het moment dat het ding ontploft,  maar deze puffin is taaier dan verwacht. Na een paar minuten proberen, is de taxichauffeur het zat. Nog met geopende achterdeur rijdt hij weg, stopt een stukje verder, slaat de deur dicht en is in no-time verdwenen.


Dit tafereel herhaalt zich nog een paar keer, inmiddels luidkeels aangemoedigd door een groep mannen op het terras. Die zijn zeker zo kleurrijk als de puffin, in shirts in alle kleuren van de regenboog met nog kleurrijkere illustraties erop: bad-eendjes, pullen bier, palmbomen en flamingo’s. Daarbij draagt iedereen nog een hoedje in weer een andere kleur. Iedereen, behalve één. Ik denk eerst dat het een pruik is, maar het blijkt zijn eigen haar te zijn; wit gebleekt en gemodelleerd in stekels van zo’n 20 centimeter lang die alle kanten op staan. De kroon van het Vrijheidsbeeld in New York is er niets bij. Hoe slaap je met zoiets?


De drankjes op het terras zijn lauw geworden, want niemand wil zijn ogen van het vogelspektakel afhouden. Weer stopt er een taxi, weer rijdt deze langzaam naar de kant. Ja, ze mogen mee. Weer doet de kerel verwoede pogingen om zijn vogel in de taxi te proppen, tevergeefs. Maar nu is zijn vriend het zat. Hij grijpt de vogel, rukt hem los en gooit hem achter zich op de stoep. Dan grijpt hij zijn vogel-loze vriend, duwt  hem op de achterbank, gaat als een speer naast hem zitten en klapt de deur dicht. De taxi verdwijnt in het verkeer.


De puffin ligt op de stoep vlak voor het terras. Dat brengt het stekelvarken op het idee om er paardje op te rijden. Als een los gebroken wip-kip springt hij over de stoep. De spanning is gebroken. Alle toeschouwers gieren het uit. De vogel houdt het nog ook, hoe is het mogelijk?! Dan richten de terrasgasten zich weer naar hun drankjes. De stekelman houdt het ook voor gezien; hij heeft dorst.
 
De puffin ligt eenzaam naast de vuilnisbak. Daar past hij ook niet in. 
Als ik opsta, vang ik de blik van de barmensen, tegelijkertijd schudden we ons hoofd: wat heb je toch vreemde vogels.

Reageren op 'Vreemde vogels'? Stuur een email naar: marianne@coronkels.nl

Nog een kort verhaal lezen? Klik op deze link: Verhalen