Muziek voor een Maestro
Ruim op tijd komen de eersten binnen. Het is tijd voor hun wekelijkse repetitie. Ze hebben er zin in, vooral omdat ze zo lang niet mochten zingen. Nu kan het weer en zorgen de bakjes koffie voor gesmeerde kelen. Even bijkletsen voordat ze hun plek opzoeken. Ondertussen zoekt de dirigent de koorstukken voor vanavond op en pingelt alvast wat op de piano. Hij doet dat met het gemak van iemand die met zijn instrument vergroeid is, hij hoeft niet op zijn muziek te kijken en improviseert hier en daar.
Dan is het zover, de voorzitter nodigt iedereen uit om z’n plek op te zoeken. De meesten blijven staan, een enkeling zit. Dat zingt niet makkelijk, maar als je nu niet meer kán staan en toch wilt blijven zingen? Dan is een goede stoel een uitkomst. Precies zoals een orkest begint met inspelen start ook het koor met inzingen. De stembanden moeten opwarmen, net zoals elk ander blaasinstrument.
Het eerste echte stuk is een langzaam lied, een ballade. Groep voor groep moeten ze hun partij nazingen als de dirigent het voorspeelt of –zingt. De eerste tenoren, dan de tweede tenoren, de baritons en tot slot de bassen. Tot mijn verrassing zie ik dat er bij de bassen ook kleine mannen staan. Bij een instrument geldt: hoe groter, hoe lager. Er zitten verrassend goede stemmen bij. Oefening baart kunst, maar sommigen hebben van nature een goede zangstem.
Nadat de diverse groepen hun eigen partij kunnen zingen en de woorden uit de vreemde taal goed hebben leren uitspreken, mogen ze het samen proberen. Het klinkt fantastisch! Heel zachtjes zing ik vanaf mijn plek achter de bar mee. Het stuk is bekend en het is zo geweldig om weer eens onderdeel te zijn van een groot koor.
Vroeger zongen we heel graag met z’n allen. Mijn Rotterdamse familie maakte de rode koren onveilig en beschikte over een paar geweldige zangers en een ongekend groot repertoire. Op 31 december kwamen we bij elkaar om het oude jaar af te sluiten en gezamenlijk het nieuwe in te luiden. Na de koffie (ook bij ons moesten de kelen eerst worden gesmeerd) zette ieder op z’n beurt een lied in, snel gevolgd door de rest. Meerstemmig, dat was het allermooiste.
Eén van mijn oudtantes, die door struma het volume van haar stem was verloren, ging meestal naast mij zitten. Zij zong ontzettend zeker haar partij in mijn oor, zodat ik met haar mee kon zingen en haar volume kon versterken. Gelukkig zing ik niet hoog, zij ook niet, ze was één van de beste altstemmen geweest. Was.
Het waren onvergetelijke avonden, ik denk er nog vaak aan terug. Daarom ben ik graag vrijwilliger achter de bar als het koor bij ons komt repeteren.
De ballade is ten einde, ‘mijn’ mannen gaan verder met een Spaans stuk, een Paso Doble. Dat gaat een stuk sneller. De Paso Doble is aanstekelijk, ik zie diverse oudjes swingen op de muziek. Oh, oh, als ze maar niet omvallen, een aantal van hen is zo breekbaar. Niemand valt om en tot mijn geluk moet het stuk een paar keer over. Ik kan ook niet stil blijven staan en verdwijn in het keukentje, zodat mijn bewegingen de zangers niet afleiden van het echte werk.
De Paso Doble is een Spaanse dans, de mannen beelden een stierenvechter (torero) uit, de dames de rode lap (el capa). De torero’s zwieren hun partners in de rondte alsof ze een stier uitdagen. Het is de enige Latijns-Amerikaanse dans waarin de man de hoofdrol speelt en de blikvanger is.
Daarom is het maar goed dat ik onzichtbaar blijf, met zoveel torero’s in de buurt.
De opzwepende muziek zit boordevol energie en dat is de toonkunstenaars aan te zien. De gezichten, eerst een beetje droevig bij de ballade, zijn nu vrolijk, de ogen twinkelen, de stemmen luider en duidelijker. Dat is wat muziek met je doet, of je nu zingt, speelt of alleen luistert, je krijgt er energie van en je ziet de wereld weer zonnig tegemoet.
In de pauze zijn er stroopwafels, iemand trakteert vanwege zijn verjaardag. Tachtig is hij geworden. Hij wordt van alle kanten gefeliciteerd en zo te zien haalt hij de honderd ook nog wel, zo’n vieve man. Leuk om met je koormaten je verjaardag te vieren. Geweldig dat je zo’n jubileum met je koormaten kúnt vieren.
Na de pauze klinkt een Duits lied. De scherpe klanken van die taal zijn lastig voor de koorleden, ze moeten hun t’s en hun sssss-en precies tegelijk eindigen. Anders kun je de tekst niet goed verstaan. Ze werken hard, want ze hebben een paar concerten voor de boeg. Als die mogen natuurlijk. Dat is voor later zorg, eerst oefenen anders kun je sowieso geen uitvoering plannen.
Nu ik een poosje geluisterd heb, leer ik de diverse stemmen te onderscheiden. Er zitten werkelijk fantastisch mooie stemmen bij. Ze dragen de groep naar een hoger niveau. Toch is dat nooit het belangrijkste, het belangrijkste is samen zingen. Dat doen ze al zoveel jaar en nu, nadat ze zo lang hebben stil gelegen, met hernieuwde energie en passie.
Veel te snel is de repetitie ten einde, jammer. Maar voor ze opruimen wordt er nog iets gesproken, ik kan niet verstaan wat. De mannen gaan weer rechtop staan, klaar om nog een lied te zingen. Het blijkt een ode aan hun jarige makker. Die is ontroerd, ik ook. Het zou zo maar zijn mooiste geschenk kunnen zijn, wat heb nog te wensen je als je tachtig wordt?
Alleen dit: Muziek voor een Maestro.
Reageren op 'Muziek voor een Maestro'? Stuur een mail naar marianne@coronkels.nl
Nóg een Coronkel lezen? Klik op deze link: Verhalen
Muziek voor een Maestro werd als column gepubliceerd in het Gouds Dagblad op 19-9-2021