Oefening baart kunst
Oh, wat is dat toch een verschrikkelijke luxe: in de zon aan een autoloze boulevard met uitzicht op de Middellandse Zee en in goed gezelschap van mijn trouwe trombonist en een vers getapt biertje.
(Ik moest het van hem in déze volgorde zetten, maar ik kan me goed voorstellen dat de meeste mensen liever zonder trombonist op een terrasje zitten, dan zonder biertje …).
Goed, dit terzijde; ik geniet heerlijk van het prachtige uitzicht en de warme zonnestralen. Heel wat beter dan thuis, waar de aanhoudende regen de gezichten somber stemt en waar (samen) muziek maken de enige manier is om bij een paar mensen een glimlach tevoorschijn te toveren. Terug naar huis: ja, dat zal er een keer van moeten komen, maar voorlopig wil ik daar nog niet aan denken. Het is nu ook moeilijk voor te stellen: meer dan 10-15 graden verschil met mijn droge terras. Dus: genieten maar!
Het rustige terras aan het brede strand nodigt uit om mensen te kijken. Zo leuk, mensen kijken. Niet alleen degenen die vanmiddag laat zijn aangekomen en toch nog de moeite nemen om even in zee te gaan, maar ook de voorbijgangers. Elk mens in zijn eigen wereldje, met zijn eigen verhaal. Het valt me op dat er zo weinig mensen vrolijk kijken. De meesten lijken bedrukt. Alsof ze pas zijn gearriveerd nadat ze ternauwernood een barre vlucht hebben overleefd. Alsof hun accommodatie heel erg is tegengevallen. Of misschien omdat ze hun dagelijkse zorgen nog niet achter zich hebben gelaten. Of weten dat ze die niet achter zich kúnnen laten, zelfs hier niet.
Maar dan nog: nu zijn ze hier en nu kunnen ze toch blij worden van al het moois dat Mallorca te bieden heeft? Al was het alleen maar het weer.
In de verte nadert een groep mannen, zo te zien een beetje op leeftijd. Moeilijk te schatten tegenwoordig: sommige 40-ers zien er uit als 80 en sommige hoogbejaarden vliegen mij voorbij met hun Nordic Walking Sticks. Deze heren zien er ontspannen uit, dat doet me goed. Zouden ze voor mijn terrasje kiezen?
Ik kijk in de rondte of er wel plaats is voor zo’n grote groep; nou, dat moet makkelijk kunnen. En onze bediening is zo hulpvaardig, dat komt wel goed. Nu nog afwachten wat ze gaan doen.
Ja hoor: ze zoeken een plek. Niet in de zon, want dat is gevaarlijk. Dus lekker uit de wind in de schaduw maar wel met een goed uitzicht. Ze worden op hun wenken bediend en al snel hebben ze allemaal een mooie plaats. Hun drinken is snel besteld, want daar hebben ze de hele wandeling al over nagedacht en dus gaan de obers aan de slag. Zo te zien kennen de mannen elkaar goed. Niet een familie of zo, maar wel zo iets. Een orkest? Een band? Een koor?
Hun gesprek is geanimeerd en de lachpartijen volgen al snel. Wat gezellig! Ook ik bestel nog een goudgele rakker. Het valt niet mee om hun gesprek te volgen, jammer. Maar ja, dat mag ook niet hè? Dat is onfatsoenlijk. En bovendien vraagt mijn trombonist ineens aandacht: ‘Kijk eens: ze zijn daar aan het oefenen!’
Oefenen? Op het strand? Daar wil ik het fijne van weten. Ja hoor, ik zie het al: een groepje jonge mensen met flessen die gevuld zijn met zand. Ze gooien de flessen in de lucht en proberen ze achter hun rug op te vangen. Hun instructeur doet het voor: ‘Kijk! Zo moet dat!’ Alsof ze aan het oefenen zijn voor een circusact. Ik ben dol op circus, dus ik blijf kijken. En: oefening baart kunst. Maar nee, dit lijkt niet op een circus. Dit is een groep jonge cocktailobers in wording. Zodra ze alle kunstjes, en zeker het vangen van de flessen en shakers, onder de knie hebben, mogen ze los op de toeristen. Niet op mij, ik hou niet van cocktails. Maar het is wel leuk om te zien, dat zeker!
Ondertussen ben ik er achter waar het ‘koor’ het over heeft: welke vaatwasser je het beste kunt kopen, wat de handigste app is voor de opbrengst van hun zonnepanelen, of de anderen ook al geoefend hebben met hun nieuwe inductiekookplaat en of iemand, wie dan ook, vanochtend de laatste stand van de AEX heeft gezien, want die app deed het weer niet. ‘Klereding, heb je niets aan’. Gelukkig hebben een stuk of wat mannen bijtijds handige online opdrachten gegeven, zodat ze niet de hele tijd naar àl hun aandelen hoeven om te kijken. Dat vindt instemming bij een paar anderen: ‘Handig, ga ik ook doen.’
Dit is genieten, néé, het is méér dan dat: niet alleen omdat iets doen wat niet mag, nu eenmaal heel erg leuk en spannend is, maar juist, omdat de inhoud van dit gesprek zo anders is dan, pak-em-beet, dertig jaar geleden. Geen zonnepaneel te bekennen, geen app in de cloud, geen kerel achter het gasfornuis (tenzij ze 3-sterren Michelin hadden) en àls je al zelf wilde handelen op de beurs, dan was dat een tijdrovend en specialistisch gebeuren, waar je dag en nacht bovenop moest zitten. Om nog maar te zwijgen over vaatwassers; welke (oudere) man had daar toen verstand van? Moederlief moest het maar uitzoeken, zíj moest met dat ding kunnen omgaan. Zij hadden echt wel nuttigere dingen omhanden…
Leuk hoor, die geëmancipeerde mannen: dat vind ik echt een vooruitgang ten opzichte van ‘vroeger’!
Vroeger was echt niet alles beter. Wel anders en sommige zaken mogen best weer terug komen, wat mij betreft. De saamhorigheid op de vereniging, het genieten van kinderfeestjes met zelfgebakken pannenkoeken en oude kartonnen dozen die omgetoverd werden tot heuse kastelen. De papieren hoedjes, waar de peuters in één oogwenk mee in jonkvrouwen en ridders veranderden. Inclusief een paard: een getekend hoofd van zo’n knol, vastgeplakt aan de wandelstok van Opa. Want toen liepen opa’s nog met een wandelstok, i.p.v. Nordic Walking Sticks.
Die ‘sticks’ brengen mij op nóg een nostalgische gedachte: Marcheren met het orkest of drumfanfare met een majoretteshow. Met Koninginnedag, met Bevrijdingsdag en -nu ook al in aantocht-: de intocht van Sinterklaas. Wij hadden mini-rettes (hele jonge majorettes) met kleine sticks. Maar andere, grotere verenigingen hadden een peloton volwassen majorettes met grote witte batons. Net als hun tamboer maître. Een hele kunst om met die dingen te draaien, omhoog te gooien en netjes te vangen. En dat zelfs tijdens het marcheren… Knap hoor!
Mijn gedachtegang wordt weer onderbroken door mijn trombonist, die al bijna zeventig jaar lid is van zo’n mooie club die (ook) op straat loopt. Hij heeft hun majorettes zien komen (en gaan).
‘Kijk dan!’ Hij wijst naar de zwetende cocktailobers in spé. Och, veel vorderingen hebben ze nog niet gemaakt, het valt ook niet mee. De ene fles na de andere ploft in het zand. Wonder boven wonder zijn er nog geen gewonden gevallen.
Hij schudt meewarig zijn hoofd en moppert: ‘Net een majorettepeloton’.
Reageren op 'Oefening baart kunst'? Stuur een mail naar: marianne@coronkels.nl
Nog een kort verhaal lezen? Klik op deze link: Verhalen
'Oefening baart kunst' werd als column gepubliceerd op de site van SpanjeVandaag op 14-11-2023