Sprinkhaan-To-Go

De natuur was deze week nadrukkelijk in beeld. Niet zozeer vanwege het zonnige weer, dat we niet hadden en ook niet vanwege lente-temperaturen, want die moesten we ook ontberen. Het was echt ouderwets Nederlands pokkenweer: koud, winderig, nat. Elke ochtend de auto krabben en niet zo’n beetje óók!

Nee, wat opviel waren de beelden van bloemrijke mondkapjes, bedacht door een inventieve, knappe Nederlandse dame, in het nieuws vooraf gegaan door romantische lichtjes, veroorzaakt door honderden rijen brandende oliepotten tussen de Franse wijnranken en bovenal: onze Afrikaanse buren.

 

Waar de Hollandse schone bloemzaadjes tussen rijstvelletjes plakt, hiervan een in de natuur afbreekbaar mondkapje maakt en zo de mondkapjes-afvalberg tot een ware bloemenzee hoopt om te toveren, leveren onze Fransen een vuurrijke bijdrage tot het vooral in stand houden van hun Chablis-druiven. Niet zo ontzettend natuurvriendelijk, al die oliedrums die uren aan één stuk staan te branden om de vorst tussen de ranken te verjagen. Of zou er olijfolie in zitten?

 

Een bloemrijker Nederland is van harte welkom wat mij betreft en voor zo’n kostelijke wijn ben ik ook wel te porren. Tegen de tijd dat ik mijn eerste glas Chablis 2021 aan mijn lippen zet, ben ik al lang vergeten welke natuuronvriendelijke maatregelen er voor nodig waren om tot dit geestrijke vocht te komen. Maar voor mij staan de Afrikanen deze week met stip op één in hun pogingen om een ramp om te buigen tot een milieuvriendelijke kaskraker.

 

Vorig jaar werd Oost-Afrika maandenlang geteisterd door gigantische zwermen sprinkhanen. Dat de zwermen zó groot konden worden, kwam door het uitzonderlijk natte weer daar. Tienduizenden boeren bestreden de plaag, vooral door er pesticiden over te sproeien. Zelfs militairen werden ingezet. Helaas is (met name) Kenia dit jaar weer de klos; de luchten kleuren overdag donkergrijs door de miljarden sprinkhanen, in het Engels ‘locust’ of ‘grasshopper’ genoemd.

 

In 2020 was er wel wat aandacht voor de continentale ramp, maar Corona was een stuk dichterbij dan Afrika en dus raakte het nieuws snel uit het nieuws. Nu wordt iedereen Corona-moe en komt er aandacht voor positief nieuws uit de wereld om ons heen. Want in tegenstelling tot vorig jaar worden de sprinkhanen dit keer niet besproeid met vergif, nee: ze worden gevangen.

 

De snelle vreters vliegen namelijk alleen maar overdag, ’s avonds zoeken ze een lekker plekje op de (kale) bush om een uiltje te knappen. Dan komen de boeren in actie. Gewapend met netten sluiten ze de slapende grashoppers in en stoppen ze in zakken. Tientallen zakken worden in het donker de jungle úit- of de akkers áfgedragen. Wat een goed idee! Met belangstelling kijk ik naar het enthousiasme waarmee de plaatselijke bevolking hun plaaggeesten te slim af is.

 

Met de Franse oliepotten nog in mijn achterhoofd, verwacht ik half en half grote vreugdevuren te zien, waar de miljoenen gevangen diertjes genadeloos worden gecremeerd. Zou het verbranden van sprinkhanen eigenlijk milieuvriendelijker zijn dan aardolie? Misschien moeten ze die zakken dan maar naar Frankrijk verschepen en ze daar in de fik steken? Win-win? Aangezien ik nog nooit een gat in de markt heb gevonden, en zeker niet één dat ook nog geld oplevert, zie ik er van af om mijn idee te delen met iemand van een Afrikaanse ambassade of consulaat.

 

Gelukkig maar, want ik heb de inventiviteit van de Kenianen onderschat. Ze verbránden de sprinkhanen niet, néé: ze verkopen ze. Die dingen blijken geld waard te zijn, omdat ze als grondstof kunnen dienen voor veevoer en allerlei andere zaken. Dat is pas kringloop! Plaagdieren inzetten om er veekoeken en visvoer van te maken, zodat wij lekker van onze biefstukjes en zeevruchten kunnen blijven smullen…

 

In gedachten laat ik de bloemkapjes en de ludieke sprinkhanenactie nog eens de revue passeren. De bloemkapjes vind ik een absolute vondst en ik ben niet de enige: de uitvindster heeft inmiddels honderden reacties ontvangen, waaronder uit Canada, Dubai en Brazilië. Maar voor mij staat de plaag die een voedselbron wordt toch op de eerste plaats op het erepodium.

 

Wie weet waar dit allemaal toe leidt: Sprinkhaneneitjes-kaviaar? Een consommé van gesmoorde locust, getopt met grashopper-kroepoek? Of knapperig gefrituurde Sprinkhaan-To-Go?

Dan komen die oliedrums ook weer goed van pas.

Reageren op 'Sprinkhaan-To-Go'? Stuur een mail naar marianne@coronkels.nl

Nóg een Coronkel lezen? Klik op deze link: Verhalen

Sprinkhaan-To-Go werd als column gepubliceerd in het Gouds Dagblad op 17-4-2021