Vuilnisbakzak
Gelukkig! De voorspelling van somber en nat weer komt niet uit. Het is zonnig, droog en ja, wel een beetje winderig, maar dan kan de was lekker aan de lijn drogen. Dat scheelt weer dure elektriciteit. De herfst, ik vind het een fijn jaargetijde; de kleuren, de geuren, de kortere dagen. Ja, als je vijf dagen per week werkt, voel je je een paar maanden een mol: donker als je weggaat en donker als je thuis komt.
Maar ik, in mijn bevoorrechte positie als huisvrouw, geniet volop van elk zonnestraaltje, elke windvlaag en alle dwarrelende blaadjes. Wel even kijken of het zeil blijft liggen, dat de tuinmeubelen droog de winter door moet helpen. O, dat gaat prima, zie ik. Met handschoenen en laarzen gewapend trek ik de tuin in. Nog een beetje snoeien en de dorre bladeren onder de heg harken. Fijn voor de beestjes die daar graag schuilen voor het barre weer dat er misschien nog aan zit te komen.
Ondertussen kan ik mijn gedachten laten uitwaaien, of liever gezegd: uitwaaieren. Naar die dag, een hele poos geleden, dat het in Spanje ook een beetje winderig was. Warm genoeg, maar te veel wind om op het strand te gaan liggen. Daar word je gezandstraald. Dus plan B vandaag. Plan B omvat in ieder geval een fikse wandeling, een kopje thee ‘solo’ (zonder melk of citroen) en een café Américano met tarta manzana (een grote zwarte koffie met appeltaart) voor mijn lieve trombonist. Achter glas genieten we van de bruisende zee. Een enkeling waagt het erop en neemt een frisse duik.
Zolang het droog blijft is er van alles te beleven in de badplaats. En we hebben een missie, want een paar dagen geleden, toen het zo erg regende, bleek dat de schoenen van mijn schatje niet waterdicht waren. Gelukkig is dit Spanje, dus schoenen te over. We gaan van winkel naar winkel, op ons gemak; we zijn niet de enigen met een plan B. De winkeliers maken overuren, want hun assortiment moet opnieuw gerangschikt worden. De zwemvliezen, snorkels en badlakens maken in hoog tempo plaats voor poncho’s en paraplu’s. Voor een prikkie: kostten ze gisteren nog één euro, vandaag zijn ze in de aanbieding voor drie of meer. Ja, ja, je moet het ijzer smeden als het heet is.
Winkel na winkel met ‘zapatos’ (schoenen) wordt systematisch doorzocht op de juiste maat, het beste model, de mooiste kleur. Ik houd helemaal niet van winkelen, zelfs niet als onderdeel van plan B, dus na een uurtje heb ik het wel gezien. In de hoop dat de man op sandalen aan mijn zijde dit ook vindt. Maar nee hoor: ‘Toch nog even bij die eerste kijken? Ik denk dat die blauwe daar toch het fijnste zaten’…
Het is even zoeken, want waar was die eerste winkel ook alweer? Hier om de hoek? Of toch één verder? Hoe zag hun aanhangbord er ook alweer uit? Geel? Of zwart-rood? Kriskras lopen we door de stad op zoek naar die ene winkel met ‘die blauwe die zo lekker zaten’. Dáár? Of een stukje verder? Nee, verdraaid nog aan toe! Mijn schoenen zijn inmiddels ook bijna aan vervanging toe, tjonge jonge, koop gewoon een paar schoenen voor een paar euro en flikker ze aan het eind van de vakantie in de kledingcontainer. Maak je nog iemand anders blij óók, een arm mens….
Tja, zo kan ik wel dénken, maar we zijn niet voor niets al tientallen jaren getrouwd. Dus zeg ik niets en ik probeer ook niet te zuchten. Wel voel ik me nu erg verbonden met al die mannen die sjokkend achter hun winkelende dames door de stad slenteren, dat wel. ‘Om de hoek zit dat restaurantje met die goedkope tosti’s en biertjes, misschien even een stopje?’ Maar nee, stel je voor dat die blauwe die zo lekker zitten dan nèt uitverkocht zijn. Door met zoeken dus.
De aanhouder wint: Hoera! Dáár is het! Tjonge, wat een grote winkel, waar staan die blauwe ook alweer? Het duurt niet lang of we hebben ze gevonden. Mooi, even een verkoper zoeken voor de rechter (er staan uitsluitend linkerschoenen in de winkel). Niemand te bekennen. Maar al zoekende wel nog ándere blauwe, zouden die ook lekker zitten? Ik zucht. Ja hoor, die zitten ook lekker. Welke zal het worden?
Om plan B voor de rest van de dag niet in gevaar te brengen, zeg ik: ‘Neem ze alle twee joh, wat geeft dat nou? Die dingen kosten bijna niks.’ Dat blijkt een goed idee en gewapend met twee blauwe schoenen gaan we op weg. Al snel komen we een verkoopster tegen: ‘Deze worden het’, zeggen we. ‘Muy buen!’ (prima!).
Ze neemt de schoenen van ons over en met z’n drieën lopen we naar een balie. Daarop staan een kassa en een pinautomaat. Achter de balie staan drie hele grote metalen vuilnisbakken. Handig, misschien kunnen we de oude schoenen hier morgen inleveren? Ze zegt iets in het Spaans en geeft de schoenen aan haar collega.
Zonder te kijken gooit hij de schoenen met een zwaai húp in de verste vuilnisbak. We kijken elkaar verbijsterd aan; dit kan niet goed zijn, dit zijn nieuwe schoenen.
We gaan snel de verkoopster achterna en proberen uit te leggen: ‘Die moeten niet weg, we willen de réchterschoenen’. Ze kijkt ons niet-begrijpend aan: ‘Como?’(Wat bedoelt u?). Een willekeurige schoen moet duidelijkheid brengen: ‘Kijk LINKER, wij willen ook RECHTER’.
‘Wilt u deze óók?
‘Nee, nee, niet déze, die andere, die u van ons afgepakt hebt en weggegooid.’
Weer lopen we richting balie. Daarop staan twee complete paren blauwe schoenen met een verbaasde verkoper er achter: ‘Waar bleven jullie nou?’ Ik loop naar de vuilnisbak. Maar dat blijkt geen vuilnisbak, het is een koker naar het magazijn onder de winkel. Zodra er een schoen in de koker verdwijnt, gaat een legertje mensen in de kelder op zoek naar de bijpassende rechterschoen. De complete sets komen via een andere weg naar boven, klaar om afgerekend te worden.
Met een blos reken ik af en met een tas gaan we de winkel uit. Hoofdschuddend nagekeken door twee Spaanse verkopers: ‘Wat een rare lui toch, die Hollanders…
Reageren op 'Vuilnisbakzak'? Stuur een mail naar: marianne@coronkels.nl
Nóg een Coronkel lezen? Klik op deze link: Verhalen
'Vuilnisbakzak' werd als column gepubliceerd op de site van ZoGouds op 6-11-2022 en op de site van SpanjeVandaag op 8-11-2022.